Postwijck

Het grote blokvormige buitenhuis van Postwijck is waarschijnlijk rond 1650 gebouwd. Het exterieur van het zes vensters brede huis is door de eeuwen heen nauwelijks gewijzigd. Wel zijn de kruisvensters vervangen door schuifvensters en is het metselwerk bepleisterd. Ook het toegangshek is vervangen door een 19de-eeuws ijzeren hekwerk met de naam Postwijck erop.

Precies tegenover het hek stond een aanlegsteiger in de Angstel met aan weerszijden dwarsgeplaatste banken. Door de eigenaar was een bepaling opgenomen, dat niet gebouwd mocht worden aan de overzijde van de rivier om in lengte van dagen te kunnen blijven genieten van het ‘schoone vergezich’.

In het eens prachtige 18de-eeuwse park achter het huis verbindt een houten brug nog de vroegere deeltuinen. De rietgedekte boerderij nr. 29-31, die al vermeld stond in een akte uit 1772, hoorde vroeger bij de buitenplaats.

De oudst bekende eigenaar was Cors Cornelisz Back die het huis in 1675 verkocht aan Andries Apostool sr, één van de leiders van de behoudende tak van de Amsterdamse Doopsgezinden. Begin 19de-eeuw woonde op Postwijck Vrouwe Johanna Judith Zeelt (1780-1864). Zij gaf tijdens haar leven veel financiële steun aan gereformeerde kerken en scholen. Zo schonk zij een deel van het grondgebied van Postwijck en geld voor de bouw in 1865 van de gereformeerde kerk naast Postwijck. Het oude koetshuis moest hiervoor wijken. Omstreeks 1968 kreeg het huis een kantoorfunctie, waarbij vele historische elementen verdwenen.