Nieuw Beerschoten
Opvallend aan Nieuw-Beerschoten is dat de entree op de eerste verdieping ligt. Het verschil tussen de voor- en achterzijde van het witgepleisterde huis is groot. De voorzijde heeft een meer klassieke uitstraling met veel grote ramen, een fronton en een balkon in het midden. De achterzijde heeft slechts enkele kleine ramen en een dicht balkon, met hieronder de entree naar de onderste verdieping, of kelder. Op het dak van het huis staat een miniatuur van de tempelvormige tuinkoepel uit het park Beerschoten-Willinkshof.
De omringende parktuin sluit aan op het park van de vroegere buitenplaats Heerewegen, aan de andere kant van de weg. De voortuin heeft een landschappelijke aanleg, die zich via een slingervijver verbindt met de achtertuin. In de achtertuin ligt nog een vijver, maar deze is strak vormgegeven en heeft een fontein.
Het huis, dat in 1889 in neoclassicistische stijl is opgericht, is gebouwd door H. Meerdink Gerritszoon, J. Meerdink en J.A. van Nie. Zij waren de slopers van de voormalige buitenplaats Beerschoten-Willinkshof, waar nu slechts een park van over is. De bouw van het nieuwe landhuis werd deels gefinancierd uit de verkoop van de koperen dakbedekking, afkomstig van de oude buitenplaats. In 1922 gaf eigenaar R.H. van Dorsser de architect Meeuwenberg de opdracht de voortuin te verlandschappelijken en de achtertuin te veranderen in een architectonische stijl. Toen werd ook de portierswoning gebouwd, die links van het landhuis ligt. Het koetshuis van de buitenplaats is daarna afgebroken. Het huis zelf is nu opgedeeld in drie appartementen. In 1956 is er op het landgoed een appartementencomplex bijgekomen, dat nu ook nog steeds in gebruik is.