Hoog Beek en Royen

Op een groene heuvel in het centrum van Zeist, ligt het eenvoudige, witte landhuis van de buitenplaats Hoog Beek en Royen. Deze buitenplaats is ontstaan als moderne tegenhanger van het oudere Beek en Royen, de andere voormalige buitenplaats, die zich schuin tegenover de nieuwere versie bevindt.

Hoog Beek en Royen bezit, in tegenstelling tot zijn oudere broer, over een park met een aantal bijgebouwen. Voor en achter het huis ligt een gazon, omzoomd door bomen, begrensd door een slingerende vijver. Aan de achterkant van het huis ligt een theekoepeltje op een kleine heuvel. Als men via een brug de slingervijver oversteekt ligt daar een rechte laan, evenwijdig aan de Laan van Beek en Royen. Deze laan heet het Kippenlaantje en wordt opgeluisterd met mooie oude eiken. Dit is het best bewaarde onderdeel van het oorspronkelijke lanenstelsel van de buitenplaats. Qua gebouwen zijn ook nog de tuinmanswoning, een speelhuisje, een koetshuis en een volière aanwezig. De vroegere oranjerie is te vinden aan de overkant van de Driebergseweg.

Op 15 mei 1818 werd de grote buitenplaats Beek en Royen geveild. De koper was C.W. Wijborgh die het buiten al spoedig verkocht aan Albert Voombergh. Deze liet in 1824 het huidige landhuis bouwen naar ontwerp van Jan David Zocher junior, die ook het landschapspark ontwierp. In 1945 kwam Beek en Royen in handen van de gemeente Zeist die het huis grondig liet verbouwen als burgemeesterwoning. Het park is nu eigendom van het Utrechts Landschap, die aan het eind van de vijver een moderne folly bouwde in de vorm van een vuurtoren.

Lees ook:

Beek en Royen